Reisgedachten (zomer 2023) - "Loat mij ma' loop'n, loat mij ma' goan"

Ronddolen en afdwalen in het oosten (van Europa)

Tja. Je doet het jezelf aan, als je alleen op vakantie gaat: je maakt jezelf tot reisleider. Dat hoeft geen ramp te zijn, want wie vakantie heeft heeft tijd en kan zich in zo'n nieuwe rol verdiepen, maar zonder uitgebreide voorbereiding kan dat voor een kort schrikmomentje zorgen. Gelukkig zijn er vandaag de dag (online en offline) aanbevelingen te over, stikt het in menig stad van de uitgemolken trekpleisters en vind je overal moeiteloos de weg, of dat nu te voet is of met het openbaar vervoer. En een ingewikkelde of strakke planning is voor een vakantie sowieso niet wenselijk want juist wie onbevangen een korte stedentrip aanvangt kan goed positief verrast worden door van alles dat aan hem voorbij gaat, op zijn pad komt of zich ergens achter een straathoek bevindt. Dat was ook zeker het geval in de drie steden die onderdeel uitmaakten van mijn uitgestippelde expeditie.


"I left my homeland with a song on my lips" 

Het heeft altijd fijn aangevoeld meteen de ingepakte koffers er mee op uit te nemen zodra de vrije zomerdagen hun intrede hebben gedaan. Daar komt een zeldzaam vrolijk humeur bij kijken in mijn geval, een gemoedstoestand die nagenoeg onverwoestbaar is en uitermate lang kan aanhouden. Al na een paar meters zijn we er wat mij betreft bijna, want onderweg zijn is wat een reis een reis maakt en een niet weg te denken onderdeel van de vakantie. Vooral als je zelf niet al te veel bezig hoeft te zijn met de voortgang kan op weg zijn op zich al best aangenaam aanvoelen. Openbaar vervoer is mijns inziens dus uitermate geschikt voor vakanties, want je hoeft er zelf geen invloed op uit te oefenen. En je hoeft je bovendien niet druk te maken, want dat heeft geen enkele zin.

Als je jezelf niet druk maakt ben je al snel ontspannen en dat is precies de insteek van mijn vakanties. Geen extreem uitgedokterde plannen of vervelende verplichtingen die je voortdurend bezighouden, maar een scala aan opties en een zee van vrije tijd. Dat besef is genoeg om blij de weide wereld in te trekken en verheugd wat (voor mij) nieuwe geschiedenis of cultuur op te snuiven. Met het opgewekte en enthousiaste gemoed waarmee ik de deur achter me dichttrok was ik geneigd bijna de hele tocht, van huis naar hotel, fluitend door te brengen. Als ik het kon, had ik het waarschijnlijk gedaan.


"I'm just a lonely traveler and I don't know where I'm bound"

Veel voorbereiding gaat er doorgaans niet aan mijn vakanties vooraf. Tot nog toe ging ik ook altijd op uit in gezelschap en was er meestal wel iemand die wist wat er te beleven viel op de plaats van bestemming. Dan heeft een voorstudie van mijn kant geen grote toegevoegde waarde en maak ik mezelf zelfs wijs dat het alleen maar problematische, tegengestelde belangen kan opleveren als iedereen al van te voren zijn eigen ideeën heeft van wat er allemaal moet worden gedaan op de reisbestemming. Nee, stel je voor zeg. Dan laat ik me wel verrassen.

Die achteloze kijk op het reizen tijdens de vakantie was ditmaal niet anders. Feitelijk waren mijn bestemmingen wel bij me bekend, maar wat me te wachten stond was een raadsel dat vanzelf zou worden opgelost en die oplossing zou normaal gezien niet zomaar slecht uitpakken. Wanneer er geen specifieke verwachtingen zijn, hoeft daar immers niet aan te worden voldaan. Voor mij was het niet van belang dat op een bepaalde dag een uitverkozen bezienswaardigheid van mijn wensenlijstje zou worden afgevinkt. Het is een stuk aangenamer als die toevallig op je wandelroute komt te liggen of als je op een willekeurig moment beslist dat je die dag er eens een bezoekje zal brengen. Gek genoeg lukt het me vooralsnog enkel tijdens vakanties echt goed om zo spontaan met mijn tijdsbesteding om te gaan, maar dat dat een houding is die me dan blijkbaar als gegoten past wordt herhaaldelijk bevestigd.


Zuidwaartse blik op de Moldau en de Karelsbrug vanaf de westkade, iets te noorden van de brug, te Praag


"It rains everywhere I go"

Je hoeft een liedje niet net te hebben gehoord om 'm in je hoofd te hebben. Misschien wel net zo vaak komt dat voort uit een associatie met het moment waarin je je bevindt. Dat een van de eerste liedjes die in me opkwam nogal een wat neerslachtige bijklank heeft hing puur van het weer af. Met regen kan een mens normaal gezien prima leven, zeker als-ie met voorbedachte rade een compact en goed draagbaar parapluutje aan de reisbagage heeft toegevoegd, maar ja, ideaal is anders, en de weersomstandigheden hadden wel de nodige invloed op de sfeer die hing in Praag, de eerste stad waarin ik verbleef. 

Een vierdaagse zonder opklaringen bleef me echter bespaard. Tussen de buien door was het prima vertoeven in de Tsjechische hoofdstad, die een hoop geschiedenis herborg en uitstraalde. Het hoofddeel van de stad, dat zich in de loop der tijd verspreid heeft over de beide zijden van de Moldau, kent vele gebouwen met een overweldigende status. Doorsnee bouwwerken zouden op heel andere locaties een bezienswaardigheid op zich zijn, maar worden in deze stad veelvuldig door voorbijgangers genegeerd. 


"It's good to have a taste for traveling alone"

Het is niet voor iedereen weggelegd, maar om goed alleen te kunnen zijn is in zekere zin een voorrecht. Die zelden overbodige luxe geldt voor een hoop situaties uiteraard, maar des te meer voor wie welbewust onvergezeld het vliegtuig neemt richting andere oorden. In die zin was deze reisonderneming een primeurtje voor me, al had die zogenaamde isolatie voor aanvang geenszins als onoverbrugbaar struikelblok aangevoeld. Een ietwat individualistische levenshouding is me immers niet vreemd en de wat negatieve bijklank die je hoort bij 'op jezelf aangewezen zijn' is wat dat betreft niet altijd terecht.

Puur kijkend naar het nemen van een vliegtuig of trein, bijvoorbeeld, kan de tijd die je daarin doorbrengt heel goed worden doorgebracht zonder conversatie. Die zou bovendien toch enkel maar kunnen worden bewerkstelligd door stemverheffingen over en weer, omdat het aanhoudende geruis van het vervoersmiddel doorgaans een vrij hard en constant volume produceert. Dan heeft het zo zijn voordelen als je een goed boek bij je hebt of een intrigerende afspeellijst voor op je oordopjes. Of desnoods een al dan niet gedownloade aflevering van een leuke televisieserie op je mobiele telefoon. En wat misschien nog wel beter van pas kan komen is de eigenschap gedachteloos uit een raam te kunnen staren voor langere tijd, maar dat gaat de ene dag wat beter dan de andere in mijn geval.


"I don't know where I'm going but I'm going nowhere in a hurry"

Wie niet specifiek ergens heen gaat heeft ook geen haast ergens te komen. Zonder hoge verwachtingen ronddolen heeft daarom iets aangenaams dat in een grote, onbekende stad voor leuke (mid)dagen kan zorgen. In de meeste gevallen herbergt een stad, met name als die oud is, een hoop bewonderenswaardige bouwwerken, gedenktekens en/of standbeelden. Praag is daarin geen uitzondering, hoewel ook niet in de zin dat er altijd wel wat straten zijn die behalve huisvesting weinig te bieden hebben en op zich niet al te memorabel zijn. Maar net zoals het af en toe moet regenen om zonneschijn beter te kunnen waarderen, moeten er ook straten en steegjes zijn met weinig uitstraling om de imponerende stadswegen wat meer glans te geven.

Wat er in de steden die ik bezocht zoal te zien was, was me mij voorbaat totaal niet bekend. Wel hadden de hotelaanbiedingen nagenoeg gegarandeerd dat hun onderkomen zich in het centrum van de stad bevond. Daar was ook in geen geval over gelogen; iedere willekeurige kompasrichting die ik aanhield leidde me wel naar plekjes die het bekijken of fotograferen waard waren. Bovendien was ik in elke stad vier dagen en was er in alle gevallen voldoende tijd de weide omtrek te bekijken. Voor mij geen haastig gestruin dus, maar afwachtende gewandel door het onbekende.


Twee beelden in de tuin naast de Petrus en Paulusbasiliek in Vyšehrad, te Praag


"There's lots of things along the road I'd surely like to see"

Na me lokaal wat te hebben ingelezen, sprongen wel degelijk af en toe een aantal bezienswaardigheden in het oog waarvan het nog niet zo gek zou zijn ze daadwerkelijk specifiek op te zoeken. Het zou uiteraard jammer zijn bepaalde trekpleisters links te laten liggen omdat dat haast doelloze ronddolen van me me zo na aan het hart ligt. Het aantal applicaties dat ze voor je op een rijtje kan zetten is ontelbaar en het internet loopt over van de aanbevelingen dus aan de hoeveelheid opties zal het nooit hoeven liggen. Zo kwam ik al gauw plekken tegen waarmee ik toevalligerwijs al had kennisgemaakt in levende lijve, maar deden diverse uitnodigende beeltenissen op het internet soms evengoed de nieuwsgierigheid groeien naar plekken waarop ik nog niet eerder was geattendeerd. 

In Praag ligt bijvoorbeeld, in een wat minder toeristisch deel van de stad, de Viktov-heuvel, met een monument dat daar bovenop geplaatst is. Niet alleen het monument, met het grote aanliggende plein, is zeer geschikt voor een aantal leuke vakantiekiekjes, maar dat geldt eveneens voor het uitzicht vanaf de heuvel. Daar moet dan een paar honderd meter klimmen voor worden doorstaan, maar het overbruggen van die luttele hoogtemeters kunnen onmogelijk de pret drukken. Datzelfde geldt voor de wat hoger gelegen Petrus en Paulusbasiliek, die een dag eerder toevallig mijn aandacht had getrokken toen-ie in mijn blikveld was verschenen.


"I can't help but wonder where I'm bound"

Wetende dat het toch niet altijd perfect uitvoerbaar is precies een uitgestippeld pad te volgen, is het altijd goed om tegelijkertijd in te zien dat de verrassingsfactor altijd op de loer blijft liggen en dat sommige uit- of aanzichten zich zomaar ongeforceerd kunnen aanreiken. Dat zijn misschien wel de meest aangename ervaringen van een stadswandeling, het treffen van zulke leuke ingerichte parkjes die ineens om de hoek blijken te liggen, monumentjes die achter een nietszeggend appartementencomplex liggen verscholen of zelfs uit het niets opdoemende kolossale overheidsgebouwen met de meest uiteenlopende tierelantijntjes. 

Je weet nooit precies wat je te wachten staat en dat blijft altijd een fijn aspect. Evenals de doorsnee passant die je ineens bedelend benadert, kan dat gebouw dat je van te voren al op een foto hebt gezien vanuit een andere hoek er ineens heel anders uitzien, waardoor je er een heel andere indruk bij krijgt. Zodoende kun je terecht benieuwd zijn naar iets waarvan je van te voren al ongeveer weet wat het inhoudt, omdat de precieze ervaring altijd anders uitpakt. Zo heb ik nog nooit gehoord van iemand die bij de Grand Canyon geweest was en daar niet van onder de indruk was omdat-ie het eigenlijk al kende van de foto's. Bij kleinschaligere toeristentrekkers is dat niet anders en de wetenschap dat de praktijkervaring altijd anders is dan de theoretische beschouwing zorgt daarom vaak voor een gezonde nieuwsgierigheid, die op een stedentrip eigenlijk niet mag ontbreken. 


"Het is zo, zo, zo fijn, zo fijn om alleen te zijn"

Volgens mij is de hierboven aangehaalde zin, die me gedurende mijn gedwaal te binnen schoot, geschreven door iemand die vooral heel erg probeert zichzelf van de boodschap te overtuigen en het is een regel die paradoxaal genoeg wordt meegezongen door een tweede stem op de achtergrond, maar stiekem zit er in dit haast sarcastisch klinkend stukje vrolijkheid best wel een kern van waarheid. Wie maar een beetje in staat is het gegeven te omarmen komt er immers gauw achter dat alleen zijn zo gek nog niet is, al is het maar om de vrijheid die er automatisch mee gepaard gaat. Als je je in serieuze mate aan zou moeten passen aan een reispartner heb je natuurlijk gewoon de verkeerde reispartner(s) uitgekozen (en laat ik voorop stellen dat dat me nooit overkomen is), maar bij alleen reizen is het een vaststaand gegeven dat je de plannen van de dag compromisloos uiteen kunt zetten en op geen enkel vlak concessies hoeft te doen.

Nu is het overigens niet zo dat reizen zonder metgezellen op elk vlak ideaal is. In culinair opzicht, bijvoorbeeld, bleef mijn trip vrij povertjes. Het is niet zo dat ik normaal gezien week in en week uit bijzonder gevariëerd eet, maar in dit geval beperkte de herkomst van het eetwaar zich wel heel erg, tot ontbijtzalen, fastfoodketens, straattentjes, supermarkten en een vrij klein aantal restaurants. Hoe chiquer de eetgelegenheid, hoe ongemakkelijker dat voor de introverte eenling bleek, zeker als die op culinair gebied al nooit heel hoge maatstaven heeft gehad. Van een heel divers eetpatroon was hierdoor geen sprake, maar de optimist zou dan wel weer kunnen stellen dat die halfslachtige eetgewoontes enigszins van positieve invloed waren op het budget. 


De Karlskirche met de daarvoor gelegen vijver en het 'Hill Arches'-beeld, te Wenen


"I travel on"

Vier dagen nadat ik naar Praag was gevlogen stond een treinreis richting Wenen op het programma. Aan het begin van de middag was de voor mij gereserveerde zitplaats voor de vier uur durende verplaatsing beschikbaar en aan het eind van de middag bevond ik me bij het volgende hotel. Voor mijn doen heb ik een redelijk aantal kilometers gelopen, maar op de dagen waarop ik de grootste afstanden had afgelegd kregen mijn voeten het minst te verduren. De loopafstand bleef op die dagen beperkt tot gedrentel op stations en kleine stukjes tussen station en hotel, waar mogelijk zelfs nog iets ingekort met dank aan metro, tram of bus. Zo ook richting mijn hotel in Wenen, de volgende stad dus, die ook weer van alles te bieden had. 

Algemeen beschouwd heeft elke grote stad een soortgelijk aanbod aan interessante creaties en voorzieningen, maar elke heeft deze weer in een iets ander jasje gestoken en spreekt op een eigen manier tot de verbeelding. De Oostenrijkse hoofdstad heeft ook absoluut zoiets eigens. 'Wenen' is een plechtige benaming of vorm van huilen, maar als het gaat om de stad waarvoor dezelfde term gebruikt wordt gaat daar niet minder plechtigheid mee gemoeid. In de oude binnenstad staat menig imponerend gebouw met de nodige historische waarde en chique uitstraling. Zelfs het geboekte hotel deed voor weinig omliggende gebouwen onder.


"Seeing things that I may never see again"

Het is goed om te beseffen dat het niet alledaags is om door het soort historische en sfeervolle stadcentra te lopen waarin ik me deze dagen bevond. En hoewel de meeste van mijn reisbestemmingen zogezegd 'voor herhaling vatbaar' zijn, verwacht ik het gros van de betreffende oorden niet ooit nog eens voor een tweede maal op te zoeken. Des te belangrijker is het om optimaal te genieten van wat er te genieten valt en te 'leven in het moment' (om nog maar eens een toepasselijke uitdrukking van stal te halen). Het wil me wel eens overkomen dat pas achteraf het inzicht komt dat bepaalde momenten leuke herinneringen hebben voortgebracht, maar ditmaal was dat idee voortdurend wel aanwezig.

Tijdens de reis was meer dan ooit van belang oog te hebben voor wat er zoal te zien was. Als individueel reiziger viel me immers een taak ten deel die normaliter meer aan een van mijn medevakantiegangers besteed zou zijn geweest: het fotografisch vastleggen van de interessante locaties die tijdens de vakantie worden aangedaan en de bijzonderheden die op het pad verschijnen. Een niet te onderschatten onderdeel waar nu ietwat te weinig voorbereiding aan vooraf was gegaan, al kon dit enigszins worden verbloemd met een beetje oog voor compositie en vooral met dank aan de steun van de fotografische middelen van tegenwoordig. Gelukkig zijn ontwikkelaars daarvan zich immers bewust van de veel voorkomende onkunde bij gebruikers.


"I've got all the time in the world"

Wie ruim is met zijn planning, hoeft zich niet opgejaagd te voelen. En wie niet bang is zich te vervelen, kan zich veel vrije tijd permitteren. Tijd over is er nooit, dus om alle tijd van de wereld te hebben is een welkom uitgangspunt. Mijn vrij indeelbare reisschema bood wat dat betreft genoeg mogelijkheden: bij elk van de drie bezochte steden stonden uitsluitend het moment van aankomst en vertrek vast. Elke dag viel te bezien wat er gedaan zou worden en gedurende de vakantie bleek een viertal dagen per stad garant te staan voor ruim voldoende tijd om met de belangrijkste aspecten van die locatie bekend te raken. 

Nonchalant met de tijd omgaan zou onverstandig zijn geweest, maar het was dus niet nodig iedere minuut te benutten alsof er de ene na de andere gemiste kans aan me zou voorbij gaan. En hoewel het daardoor niet altijd nodig was op pad te gaan, heb ik niet noemenswaardig veel uren doorgebracht met doel- of zinloos tijdverdrijf, zeker niet in vergelijking met sommige eerder gemaakte reizen. Dat ik weinig hoofdstukken uit mijn boek tot me heb genomen had niets te maken met de kwaliteit of interessantheid van het geschrevene, maar des te meer met de interessante bezigheden waarnaar de prioriteit uitging. 


Het 'Palmenhuis' in de hof bij paleis Schönbrunn, te Wenen


"In the summertime, when all the trees and leaves are green"

Stedenbouwkundigen weten er alle 'ins & outs' van, maar ook de gewone observator kan getuigen van het feit dat een stad niet enkel bestaat uit uit de grond gestampte bouwwerken. Daarnaast wordt de grond immers maar al te vaak in gebruik genomen door allerlei soorten van vegetatie. Bossen, parken en tuinen zijn uiteraard cruciaal om de stadsbewoners überhaupt een beetje een leefbaar woongebied te geven binnen de stadsgrenzen, maar vormen ook voor de bezoekers een aangenaam contrast met de statigheid van de bebouwing, die hier en daar wel wat wordt opgeleukt maar niet gauw veel levendigheid weet uit te stralen.

Vooral de Weense instanties van betekenis leken zich te hebben voorgenomen de stad van het nodige groen te voorzien en lieten daar geen gras over groeien. Niet in figuurlijke zin althans, want letterlijk beschouwd kan worden gesteld dat het wel degelijk is gelukt de stad hier en daar een mooie grasmat te verschaffen. In vele gevallen zijn daar bovendien fraaie bebossing en fleurig ingerichte perkjes aan toegevoegd - op de ene plaats iets beter onderhouden dan de andere, maar hoe dan ook met de juiste insteek en doorgaans tot genoegen van de al dan niet toevallige passant. 


"Today I walked down the street I use to wander"

Zeker in steden zijn de meeste plekken die je wenst te bezoeken goed te bereiken met het openbaar vervoer. Maar na een paar maal op die wijze een vooropgesteld bezichtigingsplannetje uit te hebben gevoerd, is het altijd wel fijn weer eens terug te keren naar de kern van het goedwillige zwerversbestaan. Voor zover er sprake is van een rode lijn tijdens mijn vakantie, heeft deze namelijk betrekking op die ongedwongen manier van ronddolen, waarbij menige bezienswaardigheid willekeurig en uit onverwachte hoek kwam opduiken.

Straten kunnen wat dat betreft evengoed open kaart spelen als misleiden. Hoofdwegen lopen vaak langs belangrijke gebouwen richting bruggen of nog belangrijkere gebouwen. Onverzorgd ogende steegjes en achterstallige straten kunnen echter net zo goed op steenworp afstand liggen van een historische kerk of kleurrijke synagoge. Tuurlijk, een hele verzameling aan straten waarin weinig te beleven valt kom je ook wel eens tegen, maar die zijn gelukkig nooit oneindig groot. 


"Rollin' down the line"

Na mijn laatste ontbijt in Wenen te hebben genuttigd, lag de laatste serieuze verplaatsing tussen twee steden in het verschiet (voordat een viertal dagen later de onvermijdelijke terugreis zou gaan plaatsvinden). Net als tussen Praag en Wenen kan de afstand tussen Wenen en Boedapest in een keer per trein worden overbrugd, zonder ingewikkelde overstappen op onbekende tussenstations dus, en daardoor in een mum van tijd. Het metronetwerk bleek daarnaast ook erg goed in orde, dus mijn laatste 'thuisbasis' was eenvoudig bereikbaar.

Hotels tref je in verschillende soorten en maten. Basisprincipes worden in elke gehanteerd, maar verschil moet er zijn en zal er ook altijd blijven. Een hotel doet al gauw wat-ie moet doen en als zich al een keer een probleem voordoet, betreft dat negen van de tien keer een luxeprobleem. Zo is het ene hotel wat gehorig en de andere wat krap in ruimte. Over slaap of ontbijt had ik echter in geen van de door mij bezochte overnachtingsgelegenheden te klagen en elk van de drie heeft haar rol met verve weten te vervullen.


Westwaartse blik op de Kettingbrug en de Burcht van Boeda, vanaf de oostkade van de Donau, te Boedapest


"I went walking down the road"

Voetgangers zijn in elke stad in grote getale, maar ook qua voetgangersmentaliteit is de ene stad klaarblijkelijk de andere niet. Niet dat de drie bezochte steden veel van elkaar verschilden in dat opzicht, overigens. Ten opzichte van de westerse mentaliteit die ik vanuit het met ego's overgoten Nederland bekend ben, viel in kleine handelingen echter een verschil te bespeuren. Waar ik gewoon ben dat menig wandelaar met gevaar voor eigen leven zijn of haar plek op een zebrapad wenst op te eisen, constateerde ik gedurende mijn vakantie dat voetgangers vaak geneigd waren te wachten tot (de omgeving van) het zebrapad autovrij was. Niet een onlogische wijze van handelen, lijkt me, hoewel de regel natuurlijk voorschrijft dat de automobilist de wachtende partij is. Maar goed, de gulden middenweg zal altijd verborgen blijven liggen in het immer onderschatte oogcontact tussen elkaar kruisende partijen. 

De voetgangersrol is er een waarin ik me overigens veelvuldig heb begeven. Je hoeft mijn postuur niet tot in den treure te bestuderen om de (correcte) inschatting te maken dat ik niet een volleerd snelwandelaar ben, maar het tempo van een doorsnee toerist - met name wanneer die door een winkelcentrum slentert - is van een geheel andere orde. Voor wie de drukte ietwat wenst te ontlopen is het hierdoor niet altijd een al te gemakkelijke opgave door de meute heen te manoeuvreren om op ruimere pleinen of in rustigere straten te geraken. Het zijn van die situaties waarin een mens zich zou kunnen gaan storen aan zijn medemens als hij niet eens te meer inzag dat hij er goed aan heeft gedaan geen strak reisschema op te stellen en zichzelf de tijd heeft willen gunnen.


"Sometimes the road was rocky 'long the way"

'The time for flowers will come again', zingt Emily Scott Robinson in het refrein van het hiervoor aangehaalde lied, maar het leven gaat niet altijd over rozen. Niet dat overal meteen rampen op de loer liggen natuurlijk, maar ja, niet alles loopt altijd perfect volgens plan. Ook niet als dat plan beperkt in omvang is en er slechts een paar speerpunten mee gemoeid zijn. Zelfs de meest simpele voorspellingen kunnen niet heen om onvoorziene omstandigheden.

Een uitgevallen bus(halte) is in die zin een kleinigheidje, al was het bij aanvang van de reis wel wat ongelukkig om met zo'n mankementje te beginnen. Wel eentje die het mogelijk maakte een vervoersmiddel aan het palet toe te voegen, want de fiets bleek het enige fatsoenlijke alternatief, met het oog op het meekrijgen van de bagage en rekening houdend met de eventuele loopafstand tussen mijn thuisadres en het treinstation. Een wat grotere tegenvaller was het uitvallen van een hotel, dat aangaf overboekt te zijn. Hoewel ik het niet bezocht heb, is het bij mij te boek komen te staan als een zeer goed hotel, want zonder erop te hebben aangedrongen werd ik doorverwezen naar een alternatieve overnachtingsplaats die voor me was geregeld. Serieuze problemen hebben de boel zodoende niet kunnen verstoren.


"On a long hot summer day"

Dat na regen zonneschijn komt was me niet onbekend, maar zonneschijn komt in verschillende gradaties. En zolang klagen menseigen blijft, mag het geen wonder heten dat ik nog even de constatering deel dat nat worden van zweet niet veel prettiger is dan van regenwater. Niet elke dag was het wat dat betreft raak, maar in Boedapest was er tijdens mijn verblijf een extra reden het rustig aan te doen. Toch wel fijn om zo nu en dan bevestigd te krijgen dat je levenshouding de juiste is en de situatie overduidelijk ten goede komt.

Hoewel de langste dag van het jaar al lange tijd voor aanvang van mijn trip gepasseerd was, was er dagelijks nog ruim voldoende daglicht om de steden goed te kunnen bezichtigen. En dan geldt: hoe zonniger het is, hoe sfeervoller het straatbeeld. Een objectief resultaat over de geschoten plaatjes is moeilijk te vormen, maar het maken van een foto voelt makkelijker als hetgeen dat je in beeld neemt op natuurlijke wijze een warmere uitstraling heeft. Ach, en mocht het fotografisch gezien geen mooiere beelden opleveren, dan wel in de praktijk. En goed voor het humeur is zonneschijn eigenlijk altijd.


Het Hongaars parlementsgebouw met het daarvoor gelegen parkje en het ruiterstandbeeld van Frans II Rákóczi, te Boedapest


"At the end of the line"

Zo kunnen twaalf dagen voorbij vliegen, voor het gevoel misschien zelfs sneller dan het lezen van dit uit de hand gelopen 'verslag'. Stuk voor stuk waren de steden het waard te bezoeken. De een misschien wat meer dan de andere, maar goede vergelijkingen zijn niet altijd even makkelijk te maken. Een rangorde van de drie steden maken zou overbodig zijn en bovendien hebben Praag, Wenen en Boedapest alle wel bepaalde aspecten waarop ze uitblinken of onderdoen ten opzichte van de andere. Ze verschillen echter niet in uitzonderlijke mate van elkaar en zijn alle drie uitermate geschikt voor een meerdaags bezoek.

Het alleen reizen was een ontdekking op zich, die noch tegen- noch meeviel. Het heeft zo zijn voor- en nadelen, zoals ook het reizen in gezelschap die heeft wanneer je daar een theoretische uiteenzetting op zou loslaten. Een vraag die in elk geval beantwoord is, is of dat reizen zonder metgezellen nog eens voor herhaling vatbaar zou zijn. Enerzijds wel namelijk, en dat is zeker goed om te weten, al zal een reisgezel altijd meer dan welkom blijven. En hoe mijn volgende reis er dan uit zal gaan zien?

"Dat zien we dan wel weer"








Reacties

Populaire posts van deze blog

De gulden middenweg

Dichtneiging #7 - Glorieland

Glad ijs

Van Eerder & Elders #4 / Dichtneiging #6 - Huisdierervaring

Dichtneiging #17 - Natuurlijk geluk