Naar Kris Kristoffersons ' Jody and the Kid ', vrij vertaald Ze ontmoette me vaak 's ochtends op mijn weg naar de rivier toe, rustig wachtend bij een Indische sering, met haar voeten al wat stoffig van het pad dat op de dijk liep en haar spijkerbroek die tot haar knieën ging. Soms schonk ik haar weinig aandacht als ze met me mee op pad ging en door haar al wat ik deed werd nagedaan, maar ik moest er wel om lachen als ik iemand hoorde zeggen: "Moet je Jody en de kleine daar zien gaan." Ook toen wij wat ouder waren, liepen we nog vaak tezamen op het pad over de dijk heen, hand in hand, en waar zij een echte vrouw werd mocht ik langzaamaan wel stellen dat ik met de jaren groeide tot een man. En vaak lag ze destijds naast me, in de koelte van de avond tot de dag erop de zon was opgedoemd. Als ze sliep moest ik vaak lachen als ik dacht aan hoe men ons haast altijd "Jody en de kleine" had genoemd. Nu de wereld en rivier dankzij de tijd wat zijn veranderd, ...