Country & Western Toplijst - De 100 Beste Films, #100

De begrippen 'Country' & 'Western' zijn al lange tijd niet meer per definitie samengesmolten, laat staan onafscheidelijk, maar ze staan nog wel voor de twee genres die ik als mijn favoriete beschouw; de eerste als het gaat om muziek, de tweede voor wat betreft beeld en geschrift. Het lijkt me geen vreemde wens bij je favoriete genres op de hoogte zijn van het beste wat daarbinnen te vinden valt. Op gebied van film streef ik er daarom naar de 100 beste westernfilms eens goed te (her)bekijken. Western Writers of America heeft hiervoor een mooie geschikte lijst samengesteld en vandaag staat nummer 100 daaruit in de spotlight.


#100 - Edwin S. Porter - The Great Train Robbery (1903)   -   8,1/10,0

De regisseur

De op 21 april 1870 te Connellsville, Pennsylvania geboren Edwin Stanton Porter zal niet van kinds af aan gedroomd hebben van het maken van films. Daar zal voor de doorsnee persoon die in de jaren 70 van de negentiende eeuw opgroeide namelijk nogal wat inbeeldingsvermogen aan te pas moeten zijn gekomen. In plaats daarvan was hij na zijn schooltijd onder andere actief als schilder en telegraafbediende, voor hij bij de marine als elektricien aan het werk ging. Min of meer per toeval kwam hij op den duur terecht in de filmwereld, die nog in de prille beginfase was en waarin dus een hoop viel te ontdekken. 

De eerste twee decennia van de vorige eeuw vormden een periode waarin Porter verscheidene (korte) films creëerde en met de wereld deelde. Dit was met wisselend succes en zijn nalatenschap staat in zijn geheel niet per se hoog aangeschreven anno nu, maar hij ging wel de geschiedenisboeken in als degene die het westerngenre een soort definitieve doorbraak bezorgde binnen de filmwereld en de rijke historie van dat filmgenre inleidde. Hij was niet de eerste die een film in die setting liet afspelen, maar wel degene die de (tot op de dag van vandaag) populairste western uit die beginperiode op zijn naam heeft staan. Op het moment van zijn sterven, in 1941, hadden vele filmmakers zijn voorbeeld gevolgd en hun film in eenzelfde setting laten afspelen. Nadien zouden nog vele anderen dat blijven doen.

De film

In december van het jaar 1903 maakte de wereld kennis met een korte film genaamd 'The Great Train Robbery'. De titel zou bezoekers ietwat bekend in de oren hebben kunnen klinken, want dit filmische kunstwerkje was gebaseerd op een toneelstuk dat dezelfde naam droeg en enkele jaren ervoor, in 1896, in Chicago in première was gegaan. Het script dat daaraan ten grondslag lag was afkomstig van Scott Marble, die evenals Porter uit Pennsylvania afkomstig was en eveneens met diverse andere werken enige bekendheid had verworven.

De twaalf minuten durende film werd door Porter gemaakt in dienst van de in New York gevestigde Edison Manufacturing Company. Belangrijke bijdragen werden daarbij geleverd door bijvoorbeeld J. Blair Smith, die dienstdeed als een van de camerabedienden, en uiteraard door de acteurs, waarvan vooral Justus D. Barnes, Walter Cameron en G. M. Anderson het noemen waard zijn. Van laatstgenoemde wordt vermoed dat hij zich ook veel bezighield met de enscenering en daarmee assisteerde op de set. Het filmen vond plaats op verschillende locaties in november 1903, waarna de film slechts een maand later in première ging.


Regisseur(s): Edwin S. Porter
Scriptschrijver(s): Scott Marble, Edwin S. Porter
Première: 1903
Speelduur: 12 minuten

Het verhaal

Enkele bandieten die erop uit zijn een trein te overvallen, brengen een duidelijk van te voren bedacht plan ten uitvoer en leggen een telegraafbediende het zwijgen op voor ze de arriverende trein daadwerkelijk binnentreden. Wanneer de stoomtrein gestopt is om de watervoorraad aan te vullen, klimmen de vier kwaadwilligen aan boord, waar ze vlug de postbewaker om weten te leggen, een kist uit de ruimte tot ontploffing brengen en de beoogde buit meegrissen uit de betreffende ruimte. De trein, die ondertussen weer op gang is gekomen, wordt vervolgens door de onder schot gehouden machinist tot stilstand gebracht, maar niet voordat de kolenschepper onschadelijk is gemaakt en van de trein is geworpen. 

De passagierswagons worden losgekoppeld en de inzittenden komen onder dwang naar buiten. Terwijl door de overvallers waardevolle spullen bij elkaar worden vergaard wordt een vluchtende man neergeschoten en hij wordt met de anderen achtergelaten als de vier er met de locomotief vandoor gaan om verderop, met de door hen in het bos opgestelde paarden, hun weg te vervolgen. De telegraafbediende weet ondertussen, vlak voor hij buiten bewustzijn raakt, een signaal door te geven aan de lokale wetsdienaren, die daarmee een feest waarop ze verbleven verstoord zien worden en de achtervolging inzetten. De voortvluchtigen worden al snel overmeesterd en de buit wordt uiteindelijk teruggewonnen. Hoewel de gewelddadige dieven ogenschijnlijk zijn omgekomen en niet langer een bedreiging vormen, wordt tot slot toch nog een beeld getoond van een hen. Hij doorbreekt de vierde wand en lost enkele schoten richting het publiek.

De beelden

Het is niet moeilijk voor te stellen dat een publiek dat vooral toneel of gefilmde toneelbeelden gewend was, opschrok van de meer dan levensgrote fictieve bandiet die recht de camera inkeek en zijn pistool afvuurde in de richting van de kijker. Dat beeld komt bovendien op een onverwachts moment, net nadat alles goed lijkt te zijn afgelopen, en heeft daarom verhaaltechnisch ook een nogal verrassend effect. Het aangezicht zelf spreekt echter al boekdelen: de stoere besnorde man is met zijn donkere ogen de verpersoonlijking van het kwaad dat in de rest van de film centraal heeft gestaan en laat zich nog een laatste maal van zijn meest duistere kant zien.

De scenes die aan de befaamde slotseconden voorafgingen zijn ook niet onverdienstelijk. Elk beeld spreekt voor zich en waar het bijna geen moment zo kaal is als het op een toneelpodium soms kan zijn, wordt ook nooit te veel in beeld gebracht dat van de hoofdverhaallijn kan afleiden. Er zijn geen teksten nodig om de voortgang van het korte lineaire verhaal te kunnen begrijpen, dus zonder tussentitels en dialogen is alles prima te volgen. Zowel interieur als exterieur zijn daarbij optimaal vormgegeven. 

De conclusie

Het is en blijft lastig bepaalde kunstwerken op waarde te schatten als er wat de betreffende kunstvorm betreft een hoop technologische ontwikkelingen hebben plaatsgevonden en het verplaatsen in een andere tijdsgeest is niet voor iedereen weggelegd, maar het loont af en toe om er toch een poging toe te doen. Het lijkt me anno 2025 niet langer een haalbaar streven optimaal van deze korte film te genieten en de bewondering zal bij ons als eenentwintigste-eeuwsen waarschijnlijk niet half zo groot zijn als toeschouwers van enkele generaties geleden, maar toch is er (vooral) dat tijdloze verhalende aspect dat me er zelfs nu nog met erg veel plezier naar heeft doen kijken. 

Reacties

Populaire posts van deze blog

De gulden middenweg

Dichtneiging #7 - Glorieland

Glad ijs

Van Eerder & Elders #4 / Dichtneiging #6 - Huisdierervaring

Dichtneiging #17 - Natuurlijk geluk