Marvin & Miranda #3 - Morgenstond
Het zijn die ochtenden waarop je wakker wordt zonder enige herinnering aan de dromen die zich kort voordien in het hoofd hebben afgespeeld, die ervan getuigen dat de nachtrust weer eens opperbest is geweest. Die conclusie kon Marvin vanochtend trekken, zelfs in een bed dat niet half zo comfortabel was als het exemplaar dat hij gewoon was. Een daarbij aansluitende vaststelling was daarom dat wie enige behoefte heeft aan slaap het niet deert met welke ondergrond hij te maken heeft.
Een minder positieve constatering deed hij bij het gedachteloos rechtop komen in zijn bed. Het was zijn gewoonte het hoofdkussen tegen het hoofdbord - of in dit geval: de wand - te plaatsen en stilletjes, al zittend, te ontwaken, zijn hoofd gericht op wat er die dag te wachten staat en zijn rug gerecht om zijn lichaam kenbaar te maken dat het met de rust gedaan is.
Vandaag was er meer nodig dan een steuntje in de rug. Net als de avond ervoor leerde hij steek voor steek zijn lichaam beter kennen en een van de lessen van deze ochtend was dat zijn romp hem niet bepaald goed gezind was. Het viel hem mee dat de dokter niet was binnen komen stormen of op zijn minst voorzichtig even poolshoogte was komen nemen nadat hij zich al kreunend naar een verticalere houding had gemanoeuvreerd, want dat had in het verder opvallend stille verblijf niet onopgemerkt voorbij kunnen zijn gegaan. De hoek van het steegje waaraan de dokter zich had gevestigd was immers niet echt een druk bezocht knooppunt in het sowieso al niet echt bruisende plaatsje, dat recentelijk, al voor de derde maal sinds haar 'officieelwording' in 1862, een nieuwe naam had gekregen.
Hij had er van begin af aan vooral om moeten lachen. Het idee om meermaals open bijeenkomsten te houden om alle bewoners hun inbreng te gunnen bij de betreffende naamsverandering, was niet het zijne en hoewel hij begreep dat daar een democratisch proces aan zou worden verbonden, zag hij niet in waarom er zo veel tijd aan zou moeten worden besteed. Niet dat hij ze negeerde, die inspraakavonden, want daarvoor was hij te nieuwsgierig, maar zich heel nauw betrekken bij het gebeuren deed hij niet.
Camille Petersen, daarentegen, hield zich er wel regelmatig mee bezig. Marvin was de laatste tijd nogal eens bij haar op bezoek geweest en moest steeds aanhoren hoe mooi en logisch zij het zou vinden als hun woonplaats Welbehagen zou gaan heten. Niet alleen omdat het zo goed omschreef hoe ze haar tijd er sinds ze er woonde ervaren had, maar des te meer omdat de gemeenschap haar zo goedgunstig had bijgestaan na het overlijden van haar man.
De man die de laatste weken af en toe op haar erf te vinden was geweest, was minder bezig met de naamswijziging, al was het alleen maar omdat Marvin nooit zo tevreden was geweest met zijn eigen achternaam en daarom altijd zo min mogelijk nadruk legde op namen. Zelfs zijn vrouw sprak hij voornamelijk aan met liefkozende titels en zelden bij de voornaam die ze bij geboorte van haar familie ontvangen had. Camille leek daarom wel een uitzondering, maar als dan toch op iedere regel een uitzondering moest worden gemaakt, dan in dit geval maar voor iemand die overduidelijk wél om namen gaf.
Dat ze, naast namen, ook om hém gaf, realiseerde hij zich pas nu ze, in plaats van de al wat langer verwachte dokter, in het gezelschap van zijn echtgenoot de kamer binnenkwam. De dokter was inmiddels al op bezoek bij zijn eerste patiënt van die dag, maar Miranda en Camille waren bereid gevonden het door hem toegezegde ontbijt aan de toegetakelde paardentemmer te serveren, hoewel dat bij Camille wat welwillender leek te gaan dan bij zijn vrouw, die hem het dienblad zonder al te veel te zeggen overhandigde.
"Leuk dat jullie me zijn komen opzoeken." zei hij. "Ik ben niet in mijn beste staat, maar jullie treffen me in elk geval in Welbehagen."
Reacties
Een reactie posten