Country & Western Toplijst - De 100 Beste Albums, #99
De begrippen 'Country' & 'Western' zijn al lange tijd niet meer per definitie samengesmolten, laat staan onafscheidelijk, maar ze staan nog wel voor de twee genres die ik als mijn favoriete beschouw; de eerste als het gaat om muziek, de tweede voor wat betreft beeld en geschrift. Het lijkt me geen vreemde wens bij je favoriete genres op de hoogte zijn van het beste wat daarbinnen te vinden valt. Op gebied van muziek streef ik er daarom naar de 100 beste countryalbums eens goed te (her)beluisteren. Rolling Stone heeft hiervoor een mooie geschikte lijst samengesteld en vandaag staat nummer 99 daaruit in de spotlight.
#99 - Kitty Wells' Country Hit Parade (1956) - 8,7/10,0
De artiest
Ellen Muriel Deason, beter bekend als Kitty Wells, werd geboren op 30 augustus 1919 te Nasvhille, Tennessee. 'Een mooie plek om op te groeien tot muzikant of artiest', zou je zeggen, en dat is dan ook wat in haar geval gebeurde. De familie waarin ze opgroeide speelde daarbij een belangrijke rol. Zo leerde haar vader haar gitaarspelen, was haar moeder een gospelzangeres en trad zijzelf al in haar tienerjaren op tezamen met haar zussen als The Deason Sisters.
Het was de man die ze trouwde, Johnnie Wright, die een belangrijke bijdrage leverde aan haar 'bekendwording'. Met Jack Anglin vormde hij een duo dat furore maakte binnen de muziekwereld en er was daarbij af en toe een kleine ondersteunende rol weggelegd voor Wells, wiens artiestennaam door haar man uit het lied 'Sweet Kitty Wells' van The Pickard Family werd afgeleid. Omdat de gedachte heerste dat vrouwen niet veel muziek zouden verkopen duurde het nog enkele jaren voor ze voor het eerst solo opnam, maar haar eerste single, 'It Wasn't God Who Made Honky Tonk Angels', was meteen een hit en de rest werd en is geschiedenis.
De plaat
Albums maken was zo normaal nog niet halverwege de vijftiger jaren, dus als je al verscheidene rake singles/hits had gehad, was het een aangenaam idee deze nog eens tezamen beschikbaar te stellen voor een aaneengeschakelde luistersessie. In 1956 kwam Kitty Wells daarom met haar 'Country Hit Parade', een soort compilatiealbum waarop een aantal favorieten waren samengevoegd. Het repertoire dat ze in de jaren ervoor had opgebouwd maakte het mogelijk daar een heel degelijke selectie uit te kunnen maken.
De nummers die op de plaat terechtkwamen zijn opgenomen tussen 1952 en 1955 in Wells thuisstad Nashville, Tennessee. Het grootste deel van de opnamesessies vond plaats in Castle Studio en een tweetal van de nummers werd opgenomen in Owen Bradley Studio. Hoewel verschillende muzikanten op meerdere van de nummers meespeelden, had ze geen vaste opnameband en hebben verschillende instrumentalisten hun opwachting gemaakt gedurende de jaren waarin de verscheidene singles werden opgenomen. Wat wel een constante was, was dat zowel de opnames als uitgaven (waaronder die van dit album) plaatsvonden met dank aan het label Decca.
A-kant
1. Makin' Believe - 2:50 - Jimmy Work
2. Release Me - 2:46 - Eddie Miller, Dube Williams, Robert Yount
3. Cheatin's a Sin - 2:47 - Billy Wallace
4. There's Poison in Your Heart - 2:34 - Zeke Clements
5. I've Kissed You My Last Time - 2:24 - Bill Carlisle, V. Suber, T. Cutrer
6. Whose Shoulder Will You Cry On - 2:12 - Billy Wallace, Kitty Wells
B-kant
1. It Wasn't God Who Made Honky Tonk Angels - 2:27 - J. B. Miller
2. The Things I Might Have Been - 2:20 - Robert Sherman, Richard Sherman
3. Paying for That Back Street Affair - 2:33 - Billy Wallace, Jimmy Rule
4. I Don't Claim to Be an Angel - 2:53 - Johnny Wright, Jack Anglin, Jim Anglin
5. I'm Too Lonely to Smile - 2:20 - H. Smith
6. Searching for a Soldier's Grave - 3:09 - Roy Acuff
De sound
Als we het over dit album hebben, hebben we het over de jaren '50 van de vorige eeuw en dat zou er voor een doorgewinterde countryluisteraar waarschijnlijk niet bij te hoeven worden verteld. 'Het is er aan af te horen', zou je kunnen zeggen, maar dat mag wat mij betreft gerust een positieve vaststelling worden genoemd. Het countrygenre bestond nog niet zo lang dat het te veel in herhaling begon te vallen, maar ging al wel zo lang mee dat het qua hoofdingrediënten perfect was gefinetuned.
De instrumentatie heeft de tand des tijds daarmee prima doorstaan. Wat wel af en toe wat onwennig kan aanvoelen is de breekbare stem waarmee Wells haar liederen ten gehore brengt. Of het vakkundig binnen de lijntjes is, durf ik niet te beoordelen, maar gevoelsmatig balanceert ze soms op het randje tussen zuiver en vals. Toch gaat er hierdoor een bepaalde echtheid mee gemoeid die juist bijdraagt aan de zeggingskracht die elk lied overduidelijk blijkt te hebben.
De teksten
Die zeggingskracht komt tevens en grotendeels voort uit de teksten. Een van de mooiste voorbeelden hiervan is de grootste hit, 'It Wasn't God Who Made Honky Tonk Angels', een van de vroegste 'antwoordliederen' die immens populair werd. Nadat Hank Thompson schijnbaar iets te losbandig was toen hij God benoemde als de ontstaansbron van de in honky-tonks aanwezige (vrouwelijke) 'engelen', vroeg Wells zich als het ware af of die 'engelen'-benaming überhaupt wel van toepassing was en betichtte ze de vele zedeloze mannen ervan dat ze een hoop vrouwen op het verkeerde pad brachten.
'Cheatin's a Sin', zingt ze eerder op het album al eens net zo rechtdoorzee en met titels als 'There's Poison in Your Heart', 'I've Kissed You My Last Time', 'I Don't Claim to Be an Angel' en 'I'm Too Lonely to Smile' draait ze al net zo min om de hete brij heen. Vaak zijn die titels en/of refreinen ook meteen de hoogtepunten van het lied, maar wanneer je de coupletten puur als opvulling zou beschouwen mis je in de meeste gevallen een hoop moois. Stuk voor stuk weten de nummers immers een interessant verhaal of boeiende boodschap te brengen, meestal kort, maar nagenoeg altijd krachtig.
De conclusie
De titel verraadde het al, maar bij het luisteren wordt het maar wát duidelijk: dit zijn hits. Elke hit die het tot dit album geschopt heeft is het beluisteren meer dan waard en er staat er niet een op die de rest naar beneden haalt. Sterker nog, ze vullen elkaar moeiteloos aan en komen tezamen op een album net zo goed tot hun recht als losjes op een willekeurig moment via de radio of ergens te midden van een gehusselde afspeellijst. Ze klinken elk apart al geweldig, maar gezamenlijk en op een rij des te mooier.


Reacties
Een reactie posten